Schouten en Visschers, een bedrijf uit Epe dat verschillende metalen onderdelen maakt en last, nam eind 2024 deel aan de fietsstimuleringspilot Fietsmodus aan. De actie bood medewerkers onder meer elektrische leenfietsen en campagnemateriaal om hen te motiveren vaker de fiets te pakken. Inmiddels is de proef officieel onderdeel van de campagne ‘Kort ritje? Da’s zo gefietst’, speciaal ontwikkeld voor bedrijven en bedrijventerreinen in de regio Stedendriehoek.
Hoe beviel de pilot, en heeft het daadwerkelijk geleid tot blijvende gedragsverandering? Directeur Bert Mulder, zelfverklaard “mooi-weer-fietser”, blikt terug.
Bert Mulder voor de fabriek van Schouten en Visschers.
Het metaalbedrijf Schouten en Visschers, dat onder andere onderdelen voor ziekenhuisrolstoelen en fietstrainers maakt, telt ongeveer 45 medewerkers, met een flexibele schil van nog eens 25 medewerkers. Veel van hen wonen op fietsafstand. Toch komt een groot deel met de auto. “Er zijn een aantal trouwe fietsers, een paar hybride fietsers, en mensen zoals ik die vooral met mooi weer de fiets pakken,” vertelt Bert.
Toen hij werd benaderd om mee te doen aan de pilot, was hij direct enthousiast. “Hoe krijgen we medewerkers uit de auto en op de fiets? Dat is precies een vraag waar wij ook mee bezig zijn. Met het oog op duurzame mobiliteit hebben we al wat elektrische leaseauto’s, maar er mag best meer gefietst worden, juist ook omdat dit de gezondheid van onze medewerkers ten goede komt.”
Gedurende de pilot werd een ‘fietshub’ met elektrische leenfietsen bij de fabriek geplaatst. Werknemers mochten deze gratis gebruiken. Tegelijkertijd werd een maand lang campagne gevoerd met onder andere een fietsteller, posters, lichtbakken en fruitkistjes met motiverende teksten in de kantine.
Toch was het effect beperkt. “Het weer werkte niet mee,” zegt Bert. “November was erg nat. Misschien was het beter geweest om de pilot in het voorjaar te starten. Mensen uit hun vertrouwde auto krijgen is dan nét iets makkelijker.”
Hoewel de beschikbare elektrische fietsen en de campagne in de smaak vielen, bleven structurele veranderingen vooralsnog uit. “De medewerkers die al fietsten, waren juist extra enthousiast. Zij drukten trouw op de knop van de fietsteller. Maar om mensen echt structureel te laten overstappen, is er meer nodig.”
Een fietsteller was één van de campagnemiddelen.
Bert ziet wel kansen in verlenging en uitbreiding van dit soort initiatieven. “Vroeger had je het Fietsplan, maar deze is opgegaan in de werkkostenregeling (WKR). Voor een klein bedrijf als het onze, zou meer ruimte binnen deze WKR enorm helpen. Nu zit daar een grens van 2% aan, waar al veel uit betaald moet worden. Een verhoging van dat percentage voor duurzame mobiliteit zou een goede stimulans zijn. Of extra subsidies vanuit de gemeente.”
Ondanks de beperkte gedragsverandering is Bert optimistisch. “De fietspilot heeft zeker bewustwording gecreëerd en een zaadje geplant voor de toekomst. Veel collega’s wonen binnen 15 kilometer van het werk. In principe zouden zij prima op de (elektrische) fiets kunnen komen. We willen de campagne op een ander moment graag herhalen. Onze werkplek is echter geen standaard kantoor. Een fabrieksomgeving als de onze vraagt misschien om een andere benadering. Het is net wat lastiger om hier duurzame gedragsverandering te stimuleren.”
“Nu het mooier weer is, ga ik zelf wat vaker het goede voorbeeld geven. Ik woon op 18 kilometer van het werk, dat is bij goed weer nog te doen. Onze vaste leenfiets zou wel een opknapbeurt kunnen gebruiken en mag beter in het zicht staan. En die fruitkistjes? Die wil ik in de kantine houden; gezond en lekker.”