Óf Bob Veldhuis en zijn collega’s van Veldhuis Advies duurzaam ondernemen is al lang geen vraag meer. Sinds 2005 kiest het bedrijf consequent voor duurzame oplossingen, ook als het om mobiliteit gaat. Het resultaat? Niet in cijfers uit te drukken; wat telt zijn de gemotiveerde, vitale medewerkers en de groene meters die de afstand naar een duurzame toekomst dagelijks verkleinen.
Algemeen directeur Bob Veldhuis vierde onlangs zijn veertigjarige jubileum. Net als veel van zijn collega’s is hij verknocht aan de organisatie, die inmiddels zo’n honderd medewerkers telt. Hun gemeenschappelijk streven? Een duurzame bijdrage leveren aan geluk en gezondheid van mensen en organisaties. Die missie vindt z’n oorsprong in 2005, toen het huidige kantoorpand werd gebouwd. ‘Toen hebben wij de architect en aannemer gevraagd dat op een duurzame manier te doen. We hebben nu energielabel A,’ vertelt Bob.
‘Na de financiële crisis in 2015 hebben we samen met medewerkers de missie en visie van onze onderneming herschreven aan de hand van rondetafelgesprekken. Het leveren van een duurzame bijdrage kun je op verschillende manieren vertalen. We wilden bijvoorbeeld bijdragen aan de gezondheid van collega’s door niet de hele dag te zitten op kantoor. Daar hebben we de werkomgeving op aangepast met onder andere sta-bureaus en het centreren van afval. Omdat de prullenbak nu niet meer onder het bureau staat moet je dertig meter lopen om je afval weg te gooien. Zo blijf je in beweging.’
Dat klinkt als een opgave. Maar doordat medewerkers zélf deelnamen aan het ontwikkelen van de missie en het uitrollen ervan zijn ze intrinsiek gemotiveerd. ‘Je doet het met elkaar en voor elkaar. Zo halen collega’s geen koffie meer voor hun teamgenoten. Zodat iedereen in de gelegenheid is om voldoende te lopen op een dag en dus gezond te blijven. Als de vraag wordt gesteld om koffie mee te nemen is de standaardgrap: “Wil je me dood hebben?”’ lacht Bob.
Na een aantal jaren werd het tijd voor de volgende stap. Een werkgroep van zeer gemotiveerde collega’s ging aan de slag met de verdere uitwerking van duurzaam beleid. Bob: ‘We stelden onszelf de vraag: hoe kunnen we het vervoer verduurzamen? Alle afgeschreven bedrijfsauto’s vervingen we door elektrische exemplaren. Op de parkeerplaatsen plaatsten we laadpalen voor gratis opladen. Inmiddels hebben we twaalf laadstations. Die zijn voor medewerkers met een zakelijke, elektrische auto, en voor collega’s die privé elektrisch rijden. Die plekken plaatsten we dicht bij de ingang van het pand. Om ze extra aantrekkelijk te maken. Alleen fietsers zijn eerder binnen; de fietsenhokken – inmiddels in dubbele omvang en eveneens met laadpunten – staan het dichtst bij de ingang.’ Desondanks wordt er bij Veldhuis Advies ‘met beleid geladen’. Een energiemanagementsysteem en een dak vol zonnepanelen voorkomen piekbelasting.
De maatregelen om duurzaam reisgedrag aan te jagen lijken eindeloos. Collega’s die wandelend naar kantoor komen, fietsend of met de elektrische auto ontvangen zeven cent extra vergoeding bovenop de 23 cent voor hun groene kilometers. En dicht bij kantoor wonen wordt beloond: ook bij een woon-werkafstand van één kilometer geldt de vergoeding.
Hoe zit het dan met collega’s die een grotere reisafstand hebben, wel elektrisch willen rijden, maar zich de aanschaf van een elektrische auto niet kunnen veroorloven? Bob: ‘Die medewerkers kunnen met een voordelige lening tóch elektrisch rijden. En we sturen heel actief op thuiswerken. Dat heeft de meeste impact. De helft van je werktijd mag je thuis doen, de andere helft van de tijd op kantoor, voor de binding. Zo reis je niet naar kantoor als het niet nodig is. De thuiswerkvergoeding geldt voor iedereen, maar woon je verder van kantoor dan is deze fors hoger. Mensen die in de buurt wonen “reizen groen” naar kantoor. Zo verwarmen we één keer het kantoor in plaats van zestien huizen. We hopen dat we medewerkers hiermee gezond houden en maken. En gelukkiger.’
De vraag hoe je medewerkers ertoe beweegt andere keuzes te maken lijkt haast overbodig met het beloningssysteem dat Veldhuis Advies inrichtte voor groene meters. Bob: ‘Het zit tussen de oren van de mensen die hier werken. We hebben veel interne PR gedaan. We zijn heel transparant over onze keuzes; er zit geen verdienmodel achter voor ons, als werkgever. We hebben oprechte intenties. Dat begrijpt iedereen heel goed. Sterker nog: we merken dat ons beleid ook veel nieuwe medewerkers aantrekt.’
Dat de keuzes ten aanzien van verduurzaming missie-gedreven zijn blijkt wel als Bob de vraag krijgt tot welke resultaten het allemaal heeft geleid. ‘Je zou wellicht van onze organisatie verwachten dat we “van de cijfers” zijn, maar we zijn het eigenlijk gewoon, gaan doen. Wel zien we dat we structureel een lager ziekteverzuim hebben sinds 2017. Dat is op z’n minst opvallend. Ook zijn kosten voor het transport en energieverbruik fors omlaag gegaan. En vacatures staan bij ons nooit meer “open”, wij vervullen ze vrijwel direct.’
Dat Bob niet van de borstklopperij is, is wel duidelijk. Hoewel het verhaal van Veldhuis Advies nu wel meer wordt gedeeld, is PR geen must. Door vanuit een goede inborst goede dingen voor klanten en de maatschappij te doen komt die PR vanzelf wel. Zo werden ze in 2023 benoemd tot het beste advieskantoor van Nederland. En scoren ze meer dan een negen voor klanttevredenheid. Een mooi voorbeeld van intrinsieke motivatie is hun vijftigjarige bestaan. Ze vervulden toen maar liefst vijftig kinderwensen. Nu, tien jaar later, bedachten Bob en collega’s hoe ze dit weer kunnen doen – voor ouderen.
Het goed willen doen voor collega, klant en maatschappij – het is iets om trots op te zijn! En inspirerend voor menig andere onderneming. Bob: ‘Wat ik prettig vind is dat we de wending hebben gemaakt en dat je ziet dat het werkt. En dat medewerkers het accepteren; het is “heel normaal”. Ik heb sommige mensen wel de fiets op gekletst. Maar er is geen discussie’.
Wat zou Bobs tip zijn voor andere bedrijven die voelen dat ze ‘iets willen of moeten’ met verduurzaming? Hoe kan de filosofie van Veldhuis Advies ook werken voor de bakker op de hoek? Bob: ‘Je moet het samen van de grond krijgen door een plan te maken waar iedereen achter staat. Met elkaar weet je meer. Het is verrassend wat medewerkers inbrengen. Er worden ideeën geboren waar je nooit aan gedacht had. En je kunt het met meer mensen ondernemen.
Tot slot: houd koers. Er komen momenten dat bijvoorbeeld de wetgeving verandert en impact heeft op je investeringen. Of je krijgt weerstand van een klant of medewerker. Natuurlijk moet je je plannen misschien eens bijstellen. Blijf focussen op de stip op de horizon en geef daarin zelf het goede voorbeeld: oprecht en consequent.’